Yes! Het is vandaag internationale selfie dag! De dag waarop we ongegeneerd foto’s van onszelf mogen maken om die vervolgens op internet met de hele wereld te delen. Want dat laatste, dat is waar een selfie zich onderscheidt van het ouderwetse zelfportret. De Van Dale omschrijft het als volgt:
sel·fie (de; m; meervoud: selfies) 1 foto die iem. van zichzelf (vaak in het gezelschap van een beroemdheid of op een beroemde plaats) maakt en op internet zet: een selfie met [de koning].
Ik verwacht vandaag geen koning Willem-Alexander of een andere beroemdheid tegen te komen, maar met onderstaande tips kan ik – en jij dus ook – vandaag nog steeds een hele toffe selfie maken!
Ga op zoek naar licht
Licht is belangrijk, zeker als je met je telefoon fotografeert. Strijklicht (licht dat zijwaarts op het onderwerp valt) doet het meestal goed. Pas op met fel zonlicht, want dat geeft vaak harde schaduwen.
Fotografeer van bovenaf
Een onderkin staat nu eenmaal weinig flatteus. Door van bovenaf te fotograferen zie je er meestal een stuk frisser uit. Probeer het maar eens!
Wees creatief
Eerlijk is eerlijk: ik sta liever achter de camera dan ervoor. Ik maak dan ook geen selfies aan de lopende band. Als ik een selfie maak, probeer ik creatief te zijn. Wat dacht je van een schaduwselfie?
Houd de camera niet recht voor je gezicht
Een frontale foto geeft een plat effect en dat is niet mooi. Door een beetje te draaien en de camera dus iets aan de zijkant van je gezicht te houden, krijgt je selfie meer dynamiek.
Let op de achtergrond
Selfies met een toilet op de achtergrond of een ietwat te fleurig uitgedoste dame op het terras, we hebben ze allemaal wel eens gezien. Houd de achtergrond in de gaten! Je wil niet dat de aandacht wordt afgeleid door iets dat achter je gebeurt.
Pak jij vandaag je camera? Ik ben erg benieuwd naar het resultaat!