De camera die je altijd bij je hebt: de camera van je telefoon! Ideaal om een mooi moment mee vast te leggen of om mee te fotograferen als je geen zin hebt om een zware camera mee te slepen. Bijkomend voordeel: de camera’s op telefoons worden steeds beter. Met deze 5 tips maak jij je foto’s nog beter!
Zoek een goed standpunt
We gebruiken onze telefoon vaak op ooghoogte als we fotograferen. Dat is niet heel gek, want als internetten of Whatsappen doen we dat ook. Voor fotografie levert dat helaas vaak een saai beeld op. Dit is immers hoe we de wereld dagelijks zien en dat kennen we inmiddels wel. Dus zoek eens hoog standpunt of maak een compositie laag bij de grond.

Zorg voor stabiliteit
Doordat je telefoon zo licht is, is het lastig om hem stil te houden. Wanneer je beweegt leidt dat tot trillingsonscherpte en dat wil je niet! Dus zorg dat je stabiel staat, zit of ligt wanneer je de foto maakt.
Zet het raster aan
De meeste telefoons hebben de mogelijkheid om een raster aan te zetten. (Dit kun je vaak aan- of uitzetten bij camera-instellingen). Je ziet dan vier lijnen die het beeld in 9 blokken onderverdelen. Dit kan je helpen bij je compositie. Plaats je onderwerp op 1 van de 4 snijpunten.
Stel de camera handmatig in
Je kent het wel: je hebt een mooi beeld in gedachten en je camera doet iets heel anders. Bijvoorbeeld door keihard te flitsen op een object op de voorgrond, terwijl je eigenlijk net geïnteresseerd was in de achtergrond. Door de camera handmatig in te stellen krijg je veel meer invloed om in te spelen op de lichtomstandigheden en voorkom je dat de automatische stand niet begrijpt wat je in gedachten had.
Neem de tijd voor nabewerking
Bewerk je foto altijd na. Met hele kleine aanpassingen zoals het rechttrekken van de horizon, aanscherpen van licht en contrast en het spelen met de kleurtemperatuur krijg je al veel mooiere foto’s.

Fotografeer jij veel met je telefoon? Of neem jij liever je een andere camera mee?